Sinds een paar jaar is mijn belangstelling voor de natuur aan het verschuiven naar belangstelling voor kinderen en hún natuur; namelijk hoe kinderen zich ontwikkelen en hoe we dat kunnen stimuleren en faciliteren.
Dit heeft mij o.a. gebracht naar mijn (tijdelijke) baan als onderwijsassistent op een school in Haarlem. En dit blijkt nog leuker te zijn en meer voldoening te geven dan ik verwachtte. En ik leer er ook ontzettend veel van. Door gesprekken met de leerkrachten, door kinderen te observeren, dingen uit te proberen, naar mijn intuïtie te luisteren en te lezen.
Zo had ik een tijdje gelden een discussie met collega’s over kinderen die wegdromen tijdens de les. Ik merkte dat leerkrachten hier (onbewust) een oordeel over hebben. Ze zeggen bijvoorbeeld, ‘kies je er nu weer voor weg te dromen tijdens de uitleg?’. En ik betrapte mezelf erop dat ik tegen een meisje zei: ‘we zijn hier niet bij de kapper’, toen zij een pluk haar om een potlood aan het winden was.
Het gesprekje zat me achteraf niet lekker, omdat ik me realiseerde dat de meeste kinderen helemaal niet bewust wegdromen, dit gaat vanzelf! Na wat aarzeling heb ik mijn gedachten over ‘wegdromen’ tijdens de les op papier gezet en naar alle collega’s gemaild.
Ik vertelde dat ik me herken in het ‘wegdromen’, omdat ik ook zo ben. Ik schreef ook dat ik het herken als ik probeer harp te spelen (iets wat ik echt heel graag wil en graag doe!). Vaak zijn mijn gedachten na drie maten al weer heel ergens anders, zodat ik niet meer weet waar ik mijn vingers moet zetten, of waar ik gebleven was. En bij mijn pogingen om te mediteren gaat het net zo. Binnen een paar seconden zijn mijn gedachten weer ergens anders.
Het enige dat helpt, is mezelf telkens weer op een liefdevolle manier terughalen naar waar ik mee bezig was.
Ik denk dat we hetzelfde met dromende leerlingen mogen doen. Telkens weer. Zonder verwijt. En ze te helpen om dit op een gegeven moment zelf te doen.
‘Had ik vroeger maar een leerkracht gehad zoals jij!’
Ik kreeg hele leuke reacties op mijn mail, o.a. van een collega die schreef ‘Wow, Laurien, wat een herkenning voor mij over vroeger. Had ik vroeger maar een leerkracht gehad zoals jij!’ Zij vertelde ook dat zij trekken heeft van ADHD, maar dat dit in haar tijd nog niet ‘bestond’. Daarmee besefte ik ook dat ik óók die leerkracht wil zijn, die ik vroeger niet heb gehad, en dat ik ook zeker trekken heb van ADD.
Een paar weken later zag ik ‘toevallig’ het boek ‘Verstrooide brein, ADD begrijpen en helen’’ van Gabor Mate’ en ben daar meteen in gaan lezen. Ik viel van de ene herkenning in de andere ‘aha-erlebnis’. Voor zowel mezelf als mijn (nu volwassen) kinderen.
Gabor Mate, een Canadese arts die zelf op latere leeftijd de diagnose ADD kreeg, ziet ADD als een ontwikkelingsachterstand in de hersenen.
Volgens hem ontstaat ADD wanneer een kind in de eerste levensfase onvoldoende emotionele afstemming tussen zichzelf en haar of zijn primaire verzorger om aan de behoeften van het jonge kind te voldoen.
Er is dus een verstoorde hechting tussen primaire verzorger en kind. Hierdoor zijn er te weinig hersenverbindingen ontstaan tussen het voelende en het denkende brein.
Dissociatie
En omdat het voor een hulpeloze baby of jong kind te bedreigend is om dit gebrek aan afstemming te voelen, heeft de natuur een trucje bedacht, namelijk dissociatie. Daarbij worden de gevoelens ‘geparkeerd’, om ze even niet te voelen.
Dit is op zich een gezond systeem, en kan levens redden. Denk aan iemand die alleen is in de bergen en zijn been breekt, maar toch naar de bewoonde wereld kan strompelen.
Bij ADD’ers is die dissociatie zo vaak gebeurd, dat het een tweede natuur is geworden. Hierdoor hebben ze een slecht contact met hun eigen lichaam en ze zijn er ook niet echt ‘bij’ in contact met anderen. Mensen met ADD bewegen een beetje lomp, lopen bijvoorbeeld vaak tegen deurposten op of laten dingen vallen. Doordat ze niet zo goed zijn in het leggen van contacten op emotioneel niveau, vinden mensen ze vaak uit de hoogte, kil of arrogant.
Dus ook het wegdromen, of beter: het niet geheel aanwezig kunnen zijn, heeft hiermee te maken.
Tegelijkertijd kunnen kinderen en volwassenen met ADD emoties niet goed reguleren (vanwege te weinig verbindingen naar het denkende brein), waardoor ze compleet overmand kunnen worden door emoties (en daarmee reageren op een manier die ‘kinderlijker’ is dan hun eigen leeftijd).
Het mooie van de zienswijze van Gabor Mate vind ik dat ADD volgens hem dus geen ongeneeslijke afwijking is, maar dat het een verstoorde ontwikkeling is, die valt te helen (bij volwassenen trouwens ook).
Relatie herstellen
Het belangrijkste dat hierbij moet gebeuren is dat de relatie tussen kind en ouder (en dus ook leerkracht) wordt hersteld. Als die relatie beetje bij beetje wordt hersteld, kan het kind ontspannen en zich ontwikkelen (én leren).
Omdat ik dus zelf die leerkracht wil zijn die ik vroeger niet heb gehad, heb ik de tips van Gabor Maté op een rijtje gezet. Hopelijk kan ik daar ook anderen mee inspireren. Door zonder oordeel, op een liefdevolle manier naar kinderen met ADD (en natuurlijk naar alle kinderen!) te kijken en ze helpen om zich te ontwikkelen met al hun kwaliteiten.
Waarmee worden kinderen met ADD (en alle anderen) geholpen?
- Heb begrip. Weet dat een kind je niet opzettelijk ergert, neem het niet persoonlijk. Kijk met een onderzoekende en liefdevolle manier naar het gedrag van een kind. Probeer niet automatisch vanuit je eigen weerstand te reageren (dan krijg je weerstand op weerstand).
- Communiceer warm en liefdevol. Kinderen met ADD zijn overgevoelig voor kleine signalen van ruwheid, boosheid, irritatie etc. Ook schaamt een kind met ADD zich vaak en snel, bijv. als het signaal van de ouder of leerkracht afgeeft te sterk is.
- Zorg voor emotionele veiligheid en geborgenheid en versterk de emotionele band. De warmte en voldoening van positief contact met een volwassene is vaak net zo effectief als ADD-medicatie.
- Geef het aandacht als het er niet om vraagt, of als het kind het vraagt, toon meer enthousiasme dan het kind vraagt.
- Heb geduld. Nieuwe manieren om emoties te verwerken hebben nieuwe circuits nodig, en nieuwe bedradingen. Daar zijn nieuwe ervaringen in een gezonde emotionele omgeving voor nodig. En tijd.
- Neem als volwassene na een conflict de eerste stap om de relatie te herstellen. Leg niet uit wat je heb gedaan en waarom, maar luister met empathie naar wat het kind te vertellen heeft.
- Moedig het kind aan om te zeggen wat het voelt of benoem de gevoelens van het kind. Zeg wat je ziet op een warme, nieuwsgierige en betrokken manier. Bijvoorbeeld: Goed van je, je hebt volgehouden, ook al was het moeilijk.
- Zeg iets over de inspanning en niet over het resultaat. Bijvoorbeeld: Hier heb je echt hard aan gewerkt zeg.
- Ja, een kind wil aandacht! Geef het kind de aandacht die het nodig heeft, niet de aandacht waar het om vraagt. Probeer met een open nieuwsgierige houding de ‘code te kraken’ welke aandacht het kind nodig heeft.
- Zeg op een vriendelijke manier met een ik-boodschap als je niet op een vraag kan ingaan.. Bijv. daar heb ik nu even geen tijd voor.. En verwacht niet van het kind dat hij dit leuk vindt.
- Neem verantwoordelijkheid over je eigen boosheid. Dat een kind met ADD niet meewerkt, dat is de verantwoordelijkheid van het kind. Maar als je daar boos of geïrriteerd door wordt, is dit niet de schuld van het kind. Er valt dan een enorme emotionele last van de schouders van een kind af.
- Moedig zelfdiscipline aan in plaats van controle over het kind uit te oefenen. Het gaat er niet om hoe je je kind onder de duim kunt houden, maar hoe je de ontwikkeling van het kind het beste kunt bevorderen.
- Laat kinderen zo veel mogelijk eigen keuzes maken, zolang ze een ander niet opzettelijk kwetsen of schade berokkenen Zonder keuzes kan een kind niet autonoom worden en zich niet ontwikkelen. .
- Stel grenzen, wanneer de autonomie van de een ophoudt en die van de andere begint. Sommige beslissingen en keuzes kunnen te moeilijk zijn voor kinderen, en dan moeten volwassenen ingrijpen. Grenzen gaan altijd gepaard met empathie en begrip. Van deze laatste twee hebben kinderen met ADD veel meer nodig dan andere kinderen.
- Leg bij regels de beweegredenen achter de regel uit, zodat het gezag uitgaat van de regel, en niet naar degene die hem stelt.
- Maak tijd vrij voor spel en, beweging en creatieve expressie. Vooral voor kinderen met ADD moet een schooldag meer spel- en creatieve elementen hebben.
- Ondersteun leerlingen bij het vinden van hun eigen unieke weg. Observeer zonder in te grijpen, probeer ervoor te zorgen dat de ontwikkeling zijn eigen weg kan gaan.
Wat moet je juist niet doen?
- Oordelen, op fouten wijzen, beschuldigen, kritiek leveren, vernederen of sarcastische opmerkingen maken. Hiermee versterk je alleen maar hun negatieve zelfbeeld en het gevoel van onveiligheid en ondermijn je hun ontwikkeling.
- Denken dat kinderen de boel voor de gek houden of manipuleren. Het proberen controle uit te oefenen is een reactie uit angst. Onderzoek wat de behoefte is onder het gedrag.
- Denken dat kinderen ‘getemd’ of gesocialiseerd moeten worden. Mensen zijn van nature een sociale diersoort. We ontwikkelen sociaal gedrag van nature als aan de basisbehoeften tegemoet is gekomen.
- Een time-out geven, behalve als je het zelf nodig hebt om de relatie met het kind t verder te schaden. Herstel de relatie zo snel mogelijk daarna. Een time-out veroorzaakt extra angst (en daarmee verkleint dit het vermogen om zelfregulatie te ontwikkelen) en bevestigt het idee van het kind dat er iets goed mis met hem of haar is.
- Beloningen en straffen geven om gewenst gedrag te sturen. Dit zijn allebei manieren om het kind te dwingen. Bovendien werkt het alleen maar zolang de beloningen en de straffen er zijn.
- Complimentjes geven. Dit kan bijna net zo schadelijk zijn als te veel kritiek. De boodschap is hetzelfde: je hecht meer waarde aan wat iemand doet dan wie iemand is.
- Verzet of gedrag van het kind persoonlijk opvatten (bijvoorbeeld ‘gebrek aan respect’). Het verzet is niet tegen jou gericht. Het is de taak van de volwassene om ruimte te maken in de relatie. Verwacht een tegenreactie zonder verrast of geschokt te zijn door de weerstand.
- Verwachten dat leerlingen zich aanpassen aan de school. Dit gaat ten koste van de ontwikkeling van kinderen. Scholen moeten zich aan de leerlingen aanpassen. Hier is ook extra menskracht voor nodig, maar de investeringen hiervoor zullen op lange termijn ruimschoots worden gecompenseerd, om nog maar te zwijgen van het feit dat je hiermee jaren van emotionele stress voor het schoolpersoneel, de ouders en de kinderen voorkomt.
Interessant?
Schrijf je hier in om telkens (maximaal eens in de twee weken) een mailtje te ontvangen als ik een nieuw bericht heb geplaatst.
En als je denkt dat dit verhaal ook anderen kan inspireren dit bericht via je social media. Dit kan makkelijk met de knoppen hieronder.
Meer lezen?
Boek boek ‘Verstrooide brein, ADD begrijpen en helen’’ van Gabor Mate’ , o.a. als ebook te leen bij de Openbare Bibliotheek
Blog: Anders kijken naar kinderen en opgroeien
Blog: Een frisse kijk op kinderen die eeuwenoud is
Wat een mooie blog! Zo belangrijk om zo nu en dan weg te dromen. Laten we er de tijd voor nemen. Het levert zoveel op.