Een boek over het ‘Verleden, heden en toekomst van natuur- en milieueducatie’, daar moest ik natuurlijk meer van weten. Toen ik begin november op LinkedIn las over het boek ‘Van schoolbioloog tot duurzame duizendpoot’, heb ik meteen de digitale versie gedownload.
Ondertussen heb ik het uit, en ben heel wat wijzer geworden over de sector, waar ik nu een klein jaar werkzaam in ben.
Hoewel het boek, geschreven door Ellen Leussink, Jack Jansen, Hans Nuiver en Roel van Raaij, soms wat weg heeft van een stapel beleidsstukken en jeukwoorden als ‘stakeholders’ en ‘stip op de horizon’ niet schuwt, geeft het toch een boeiend inzicht en overzicht.
In dit blog deel ik met jullie wat voor mij het meeste opviel: de beschrijving van de NME-sector als verschillende aardlagen op elkaar gestapeld.
Een stapel van lagen
De NME sector heeft zich door de jaren heen steeds weer opnieuw uit moeten vinden, en is dit proces nog steeds bezig. Het is alsof er steeds een nieuwe aardlaag bovenop een andere aardlaag komt, en soms komen oude lagen weer boven, zo wordt in het boek beschreven.
De sector begon met kennis over natuur, daarna milieu en vervolgens duurzame ontwikkeling, waarbij ook werd gekeken naar het effect van ons handelen op mensen in andere delen van de wereld.
Recent is hier de laag ‘sociaal leren’ en participatie bovenop gekomen. Over dit onderwerp, dat nog steeds ‘hot’ is en veel discussie oproept, heb ik al in mijn eerdere blogs naar aanleiding van de Beneluxconferentie over geschreven.
Op dit moment staat de nieuwste ontwikkeling voor de deur: een transitie naar een circulaire economie. Volgens de auteurs zou de NME-sector hier een centrale positie in moeten hebben, maar heeft die (nog?) niet.
Hindernissen
Op die weg naar die centrale positie worden in het boek een aantal hindernissen benoemd:
De sector en de kennisontwikkeling is sterk gefragmenteerd. Er is weinig samenhang, en als er al een poging wordt gedaan om meer samenhang te creëren, dan mondt die vaak uit in een principiële richtingenstrijd.
Er is weinig bereidheid om deze ontwikkeling op te pakken, zowel vanuit het beleid, als uit het werkveld zelf. Dat komt ook doordat het onduidelijk is wie er wel of niet bij ‘de sector’ horen, en welke rol zij hebben (of opvattingen over hun rol).
Er is een kloof tussen theorie en praktijk. Vaak zijn er wel innovatieve pilots, maar het lukt onvoldoende om die een vaste plek in het werk te geven.
De meeste NME-organisaties zijn te klein om menskracht vrij te maken om zich met dit soort vraagstukken bezig te houden. De uren zijn nagenoeg al volgepland met de bestaande, jaarlijks terugkerende activiteiten, zodat er nauwelijks tijd is voor vernieuwing.
Voor dit proces zijn ook andere vaardigheden en kennis nodig (het boek noemt bijvoorbeeld de Groene Buurtwerker of de Duurzaamheidsmakelaar en procesbegeleider). Sommige centra hebben wel dit soort medewerkers aangenomen of zzp’ers ingehuurd, maar het is een heel andere aanpak dan men gewend was.
Toch is het boek niet zo pessimistisch als het nu misschien door mijn opsomming lijkt. Want het wordt ook benoemd dat juist die diversiteit en die constante verandering positieve punten zijn, waar de sector kracht uit kan putten om verder te gaan.
Bovendien bevat het boek ook allerlei kleinere lichtpuntjes, bijvoorbeeld dat het werk voor ‘groene’ zzp’er’s toeneemt (fijn voor mij en mijn collega-zzp’ers), maar ook dat er uit een andere hoek veel belangstelling is voor natuur.
Door contact met de natuur worden mensen gezonder en gelukkiger. In dit gebied zou de sector veel meer op zoek kunnen gaan naar geldbronnen, aldus de auteurs.
” Bij voorbeeld door de ziektekostenverzekeraars te laten investeren in preventie: wie nu kinderen minder op blauwe schermpjes laat turen betaalt straks minder lenzen, brillen en oogartsen. Wie nu zorgt dat kinderen niet te dik worden betaalt straks minder aan de behandeling van hart- en vaatziekten.’’
Dus zo bezien mogelijkheden genoeg! Wie doet er mee?
MEER LEZEN?
Blog: van educatie naar participatie
Blog: herbezinning op educatie
INTERESSANT?
Schrijf je dan hier in. Dan krijg je (maximaal één keer per week) mijn blog of vlog als eerste rechtstreeks in je mailbox. Wel zo makkelijk!
En deel vooral dit bericht via je eigen Social Media. Dat kan gemakkelijk met de deelknoppen hieronder!
Mijn drempel om een groene zzp’er te worden, is dat er heel veel gedaan wordt door groene vrijwilligers.
Fijn te lezen in je blog dat er steeds meer werk komt voor de groene zzp’ers. Ik ben er bijna klaar voor.
5
Fijn 👍🏽 Goeie samenvatting!
Laten we vooral de handen ineen slaan en kijken wat we ‘als sector’ met elkaar kunnen bereiken. (ook al zo’n jeuk woord)
Persoonlijk ervaar ik ook de enorme spagaat tussen doorgewinterde professional zijn en geconfronteerd worden met een leger aan mensen die ‘jouw werk’ gratis willen doen.
En mensen dus ook van jou verwachten dat je het voor niets doet…