Na een tip van een kennis las ik het boek ‘Jagen, verzamelen en opvoeden’ van Michaleen Doucleff. Aanvankelijk dacht ik nog dat het geen boek voor mij zou zijn, want ik ben ‘klaar’ met opvoeden, nu mijn kinderen 20 en bijna 19 zijn.
Al lezende kwam ik erachter dat de inzichten ook heel bruikbaar zijn voor mijn werk met kinderen: natuurlessen, activiteiten en naschoolse opvang. Het boek laat je op een heel andere manier naar kinderen kijken.
Het boek begint met een (toch wel schokkende) uiteenzetting waaruit blijkt dat de huidige westerse manier van opvoeden van kinderen op drijfzand is gebouwd.
Veel opvoedadviezen zijn ontleend aan een soort gebruiksaanwijzingen voor verpleegkundigen hoe ze met de baby’s en jonge kinderen in weeshuizen moesten omgaan.
In de loop van de tijd zijn die adviezen hier en daar een beetje aangekleed met wat onderzoek, zonder na te gaan of die adviezen in de basis wel klopten.
Doucleff heeft langdurige bezoeken gebracht aan verschillende culturen van jagers-verzamelaars over de hele wereld en hun manier van opvoeden bestudeerd. De manier van opvoeden van Inuit lijkt verdacht veel op die van Maya- of Hadza-ouders. Waarschijnlijk is dit de ‘standaard-manier’ van opvoeden, hoe mensen het al duizenden jaren doen.
Hieronder een overzicht van inzichten die ik meeneem in mijn werk met kinderen. Wellicht heb jij er ook iets aan.
Verbinding in plaats van vermaak
Richt je op verbinding en de relatie met de kinderen. Hoe meer verbonden kinderen zich voelen met de ouder of begeleider, hoe meer ze iets (vanuit hun zelf) zullen willen doen. Stap af van het idee dat je kinderen voortdurend moet stimuleren en vermaken. Zij hebben dat niet nodig, en het heeft overprikkeling tot gevolg.
Kinderen zijn van nature behulpzaam
Alle (jonge) kinderen willen heel graag volwassenen helpen. Maar we wijzen die hulp vaak af, omdat we vinden dat wij dat sneller, beter of handiger kunnen. Zo leren kinderen snel af om behulpzaam te zijn.
In jagers-verzamelaarsculturen worden kinderen juist aangemoedigd om volwassenen te helpen. Ze krijgen kleine taakjes die iets wezenlijks toevoegen (dus geen ‘nep-taakjes’). Het is belangrijk om kinderen te erkennen dat ze een zinvolle bijdrage leveren, zeg bijvoorbeeld: ,,wat fijn dat je helpt, je bent al een grote meid/jongen aan het worden.’’ Je erkent dus het feit dat het kind helpt, maar prijs of complimenteer ‘de daad’ zelf niet. Dit kan ten koste gaan van de intrinsieke motivatie.
Geef kinderen de ruimte voor hun eigen ideeën en aanpak. Je kan veel van kinderen leren. Onderdruk de neiging om meteen te zeggen: dit kan zo niet, het moet op deze manier.
Op de foto hierboven zie je mijn dochter met tong uit de mond een aubergine schoonmaken met een vaatdoekje. Je kan denken: dit is niet hygiënisch, maar je kan ook een schoon doekje geven (eerlijk gezegd weet ik niet meer wat ik toen heb gedaan).
Dwing kinderen niet
Dwing kinderen niet om bepaalde dingen wel of niet te doen. Dwang leidt tot verzet en dan ben je verder van huis. Bij dwang beland je in een machtsstrijd, en je wil juist verbinding. Je wil dat kinderen zich uit eigen beweging goed gedragen.
Deze aanpak heb ik deze week uitgeprobeerd met E. Zoals altijd wilde hij, toen ik hem met vier andere kinderen ophaalde, niet mee naar de naschoolse opvang. Hij verstopte zich in het houten speeltoestel op het schoolplein. Ik had al twee keer gezegd: “E., we gaan nu weg’’, maar hij zei alleen ‘Nee, ik kom niet!’. Ik besloot hem even te laten in zijn speelkasteel en de andere kinderen gingen ook weer even spelen. Een paar minuten later zei ik tegen die andere kinderen: ‘kom, we gaan naar de bakfiets’. De vier andere kinderen kwamen, en E. holde terug om zijn jas en tas om die te pakken en kwam ook achter ons aan.
Word niet boos op kinderen
Voorkom dat je boos wordt. Dit lost niets op, het stopt alleen de communicatie (en verhoogt je eigen bloeddruk). Als ouder, leerkracht of begeleider moet je dus zelf leren je emoties te beheersen (dit betekent overigens niet dat je emoties moet onderdrukken, want dan ben je verder van huis).
Het lukt beter om niet boos te worden, als je ervanuit gaat dat de beweegredenen van kinderen goed zijn.
Kinderen halen niet expres het bloed onder je nagels vandaan
Kinderen misdragen zich niet omdat ze het bloed onder je nagels willen halen, of omdat ze je willen manipuleren. Nee, dit wangedrag komt doordat ze nog iets niet kunnen of iets niet snappen. Besef dat elke keer dat een kind de grenzen opzoekt, hij of zij eigenlijk oefent met het leren van het juiste gedrag. Je bent dus ook geen slechte ouder, leerkracht of begeleider als een kind zich misdraagt. Het is gewoon aan het leren. –
Afgelopen week heb ik op deze manier naar J. gekeken in de groep. Het is een jongen die vaak voor problemen in de groep zorgt, en ik hoor zijn naam ook vaak vallen. Ik nam me voor om hem te bekijken als het liefste en zuiverste kind op aarde.
En, wat een wonder, hij was ook gewoon heel lief en toen hij werd opgehaald kreeg ik een dikke knuffel van hem, terwijl hij vroeg of ik er morgen ook weer was.
Ik realiseerde me opeens hoe vaak we als volwassenen (ook als professionals) het gedrag van kinderen ‘inkleuren’ vanuit onze gedachten en verwachtingen. Als je verwacht dat een kind vervelend gaat doen, dan gebeurt dat meestal ook.
Doe even niets bij wangedrag
In de inheemse culturen die Doucleff bestudeerde, doen volwassenen vaak helemaal niets als een kind zich misdraagt. Ze houden op met praten, zijn stil en kijken even de andere kant op en laten de kinderen even alleen. Zo ebt de boosheid (van beide kanten) weg en is er weer communicatie mogelijk. Dan kan je onderzoeken wat er precies is gebeurd, en wat de beweegredenen van het kind waren.
Het geven van straffen of preken om gewenst gedrag te krijgen werkt averechts, ontdekte Doucleff. Dit zet de relatie onder druk en gaat ten koste van de intrinsieke motivatie. En ja, álle kinderen willen graag anderen helpen en deel uitmaken van de groep.
Help kinderen zichzelf te kalmeren
Hoe drukker het kind, hoe rustiger de ouder of begeleider moet zijn. Zowel in je handelen (dus niet erop afrennen) als in je stem. Emoties zijn aanstekelijk, en kalmte is de ontsnappingsroute uit de vicieuze cirkel. Bouw een trucje voor jezelf in. Doucleff stelt zich voor dat ze in een luxe wellness-hotel zit, haar man heeft een eigen truc: ‘ik doe gewoon alsof ik stoned ben’. Alleen al de gedachte aan dit laatste trucje doet me glimlachen, waardoor ik zelf alweer een stuk rustiger ben.
’ Benader drukke kinderen op de manier waarop je een vlinder die op hun schouder zit zou benaderen, voorzichtig, rustig, zachtjes’’
‘Kinderen aanraken is ook een beproefde kalmerings-tactiek, zoals aaien en stoeien. Je laat zien dat hij of zij veilig is, dat er van hem of haar wordt gehouden en dat er een kalmer (en sterker) persoon voor hem of haar zorgt.
Benoem gevolgen van ongewenst gedrag
In plaats van allerlei ver- en geboden rond te strooien, kan je beter op een rustig manier vertellen wat er kan gebeuren. Bijvoorbeeld: ‘je gaat hier vanaf vallen, en dan heb je pijn’. Of tegen een kind dat zich niet wil insmeren met zonnebrand: .’ De zon schijnt. Je zal verbranden als je je niet insmeert’
Roep om verantwoordelijkheid
Wangedrag is de manier waarop kinderen vragen om meer verantwoordelijkheid. Vergelijkbaar met werknemers die onder hun niveau werken. Die gaan ook mopperen. Geef deze kinderen dus extra taken en verantwoordelijkheden.
Geen woorden, maar daden
Voed op door daden, niet door woorden. In onze westerse cultuur praten we voortdurend tegen kinderen. Maar het is veel beter om gewoon te handelen, en de kinderen mee te laten doen. Bijvoorbeeld: samen handen wassen en daarna insmeren met zonnebrand.
Gebruik fantasie, vertel verhalen, creëer monsters en doe toneelstukjes
In veel culturen verzinnen volwassenen verhalen en monsters om de kinderen te laten doen wat ze willen. Aanvankelijk klinkt dit voor mij een beetje kunstmatig, maar al lezende merk ik toch dat veel kinderen het leuk vinden (ook al hebben ze door dat het verzonnen is) en het spelletje meespelen. En er zijn natuurlijk eeuwenoude legendes en sprookjes over monsters, met hetzelfde doel.
Bijvoorbeeld: ,, in het water leeft een heel groot paard dat kinderen steelt, dus kom niet te dicht bij het water.” Het kan ook een non-fictie verhaal zijn. Bijvoorbeeld: ‘’je hebt allemaal beestjes in je lijf, en de goede beestjes worden ziek als je teveel suiker eet. Die beestjes schreeuwen om groente.’’
Je kan ook voorwerpen laten praten, bijvoorbeeld een pratende jas.: ,,Wil Pietje mij aantrekken. ….’ik denk van niet. Ik zal het hem vragen. Jas vraagt aan Pietje, als die nee zegt, Pietje in gesprek met jas.
Een moment van ‘misdraging’ kan je op een rustig moment naspelen. Je kan als begeleider zeggen: ‘’waarom geef je mijn geen klap?’’. Als het kind toehapt, geef je geen standje, maar ga je de gevolgen naspelen. Je stelt vragen op een speelse toon. Bijvoorbeeld: vind je mij niet aardig? Ben jij een baby? Op deze manier krijgt het kind gelegenheid om te oefenen en fouten te maken.
Geef kinderen hun autonomie terug
Geef kinderen hun autonomie terug, zit er niet altijd bovenop met je goed bedoelde adviezen. Laat de kinderen stap voor stap dingen alleen doen, waar tot dan toe altijd hulp bij was. Kijk van een afstandje of het goed gaat.
Leer kinderen –in stapjes – om te gaan met gevaren. Laat ze bijvoorbeeld je vinger zien als je jezelf gebrand of gesneden hebt. ..Zie je wat er gebeurt als je niet voorzichtig bent.’. Als het echt te gevaarlijk is: laat je kind dan kijken om op deze manier te leren.
Verward autonomie niet met zelfstandigheid. Bij autonomie staat het kind niet los van de gemeenschap (er is altijd wel iemand die een oogje in het zeil houdt) en ook het kind heeft verplichtingen naar de gemeenschap.
Lezenswaardig boek
Het boek staat vol met anekdotes om die eeuwenoude opvoeding te illustreren. Soms werd ik daar wel een beetje moe van, en had ik het idee dat het tientallen bladzijdes lang over hetzelfde onderwerp ging, of dat de lezer werd vermoeid met allerlei details die er niet toe deden.
Aan de andere kant: door meer anekdotes te lezen over een bepaalde aanpak, ging het bij mij steeds meer leven en sloeg mijn aanvankelijke scepsis meerdere keren om in nieuwsgierigheid. Kortom, het lezen waard!
MEER LEZEN?
boek ‘Jagen, verzamelen en opvoeden’ van Michaleen Doucleff.
Blog: Wat we van kinderen kunnen leren
Blog: Kinderen kinderen laten zijn
Blog: Het belang van vrij, natuurlijk én risicovol spelen in de natuur
Aanbod: gastlessen, natuurclubs en workshops
INTERESSANT?
Schrijf je hier in om telkens (maximaal eens in de twee weken) een mailtje te ontvangen als ik een nieuw bericht heb geplaatst.
En deel dit bericht gerust! Dit kan makkelijk met de knoppen hieronder.
Volgende anecdote gelezen: Het ging over een stam in zuid-Amerika die in oorlog was met een andere stam. Stam A steelt de baby van stam B. Als de mannen van stam B later proberen de baby terug te vinden, lukt dat niet. Maar dan komt de moeder terug van een zoektocht en de mannen vragen zich af waarom het haar wel gelukt is en haar antwoord is: “Het was mijn kind”.
Intrinsieke motivatie: daar gaat het om.