‘Dat was niet de opdracht!’ - Buitenpaden

‘Dat was niet de opdracht!’

Regelmatig ervaar ik met mijn gastlessen wrijving tussen mijn visie en die van de vaste leerkrachten. In mijn vorig blog beschreef ik dit, en het proces om tot een eigen visie te komen.

Daar kreeg ik heel veel positieve en bemoedigende reacties op. Een mooi teken dat ik hierin echt niet de enige ben! Dit geeft me weer moed om verder te gaan op dit pad, en mijn visie nog duidelijker naar voren te brengen.

Toch heb ik nog genoeg blinde vlekken. Dat bleek bijvoorbeeld twee weken geleden. Mijn gastles werd toen geobserveerd door een medewerkster van het Anmec, het Amsterdams natuur en milieu educatie centrum. Die lesobservatie doet het Anmec ieder jaar voor de docenten die via hen gastlessen geven.

De medewerkster benoemde achteraf een situatie in mijn les, waarbij de kinderen van mij de opdracht hadden gekregen om in een berg met houtsnippers op zoek te gaan naar kleine beestjes.  De meeste kinderen gingen meteen enthousiast van start. Eén jongen had een stok gepakt en zat naar de andere kinderen te kijken. Daarna ging hij met de stok in de berg met snippers roeren. Ik zag de kinderen allemaal lekker bezig te natuur aan het ontdekken, helemaal in de flow.

,,Dat was niet de opdracht!’’, riep de vaste leerkracht ineens. Zij doelde op het jongetje met de stok. Zij vond dat hij ook beestjes moest gaan zoeken. Ik ergerde me een beetje aan de leerkracht, en zei niets. Het jongetje pakte volgzaam een loeppotje en ging ook doen wat de andere kinderen deden.

Ik kon de situatie meteen terughalen, en dus ook mijn ergernis erover.  De Anmec-medewerkster maakte mij duidelijk dat ik op dat moment de vaste leerkracht, via de kinderen, gerust had kunnen stellen. Ik had aan kunnen geven dat met een stokje in de hoop roeren ook tot de ‘opdracht’ hoort. Zij gaf de tip om zoiets te zeggen als: ,,Hé, dat is een goed idee, met een stokje in de hoop roeren! Misschien komen er dan wel vanzelf beestjes naar boven! Willen jullie dat ook doen?’ .

Ik vond het een gouden tip. Dit soort situaties komen vaak voor, maar tot nu toe voelde ik me altijd een beetje  onhandig hoe ik hier mee om moest gaan. Ik ergerde me dan, maar wilde niet de discussie met de vaste leerkracht aangaan. Dat is sowieso lastig tijdens de les zelf. De leerkracht doet ook alleen maar zijn of haar best om de kinderen te betrekken.

De tip die zij gaf, vind ik een hele mooie. Daarbij gebruik ik de vindingrijkheid van de kinderen als voorbeeld en kapstok.

Meteen schoot er toen ook een andere situatie door mijn hoofd van een paar dagen daarvoor. Mijn les ging over wat dieren eten, en we hadden net kauwen gezien die natte ‘plakjes’ van gemaaid gras omkeerden. De kinderen hadden dit door de verrekijker gezien. En nu gingen we zelf maar eens kijken wat er onder die natte ‘plakjes’ zat.

Eén jongen vond dit super vies, ik zag echt walging op zijn gezicht. ,,Ik ga met mijn verrekijker naar de vogels kijken!’’, zei hij. Waarna de vaste leerkracht in woede uitbarstte en zei: ‘’Jij gaat gewoon ook diertjes zoeken, net als de anderen…..’’

Mijn hart brak. Ik zag de walging in de ogen van de jongen, en ook hoe hij zijn ogen neersloeg en toch maar plichtsgetrouw deed wat de opdracht was. Half kokhalzend draaide hij een paar grasplakjes om. Ik denk niet dat dit zijn band met de natuur inniger heeft gemaakt, in tegendeel….

Terugkijkend naar deze twee situaties, besef ik dat het bij mijn lessen altijd gaat om het zelf ontdekken en beleven. Ik geef inderdaad opdrachten, maar die zijn bedoeld om het ‘beleef-proces’ aan te jagen en te faciliteren, niet om een bepaald resultaat te behalen.

Het gaat dus om het proces en niet om het resultaat. De opdracht is een middel. Niet meer en niet minder.

Dus als ik bijvoorbeeld kinderen laat ruiken aan een bloem, en een kind wil hem aanraken, dan kan ik zeggen: ‘’hé, wat een goed idee, hoe zou de bloem voelen? Willen jullie hem ook voelen?’’.

En aan mij de taak om de betrokken vaste leerkrachten hierin mee te nemen, of ‘op te voeden’, zoals de Anmec-medewerkster zei. Door kinderen expliciet te bevestigen dat ze de opdracht best wel iets anders mogen doen. En misschien ook wel heel iets anders , wat bijdraagt aan het doel van de les. Leerkrachten worden zo gerustgesteld, en kunnen ontspannen. Kinderen kunnen in hun flow van ontdekkingen blijven.  

Interessant?

Schrijf je hier in om telkens (maximaal eens in de twee weken) een mailtje te ontvangen als ik een nieuw bericht heb geplaatst.

En als je denkt dat dit verhaal ook anderen kan inspireren dit bericht via je social media. Dit kan makkelijk met de knoppen hieronder.

Meer lezen

Blog: Wat we van kinderen kunnen leren

Blog: Anders kijken naar kinderen en opgroeien

Blog: Kleur bekennen

Blog: Wat doe je met kinderen in de natuur

1 1 vote
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
1 Reactie
oudste
nieuwste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments
Bart de Koning
5 maanden geleden

Heel mooi Laurien, hoe je je worsteling omschrijft en probeert om te buigen. Wat mij betreft probeer ik me te verplaatsen in leerkrachten en de reden waarom ze dingen zeggen. Soms heb jij gelijk en soms heeft ook de leerkracht gelijk of in elk geval een punt. Groepsleerkrachten kennen de leerling beter dan jij. En soms is de overweging dat een leerling zich ‘gewoon’ aan de opdracht moet houden, omdat hij of zij daar bijvoorbeeld altijd mee aan de haal gaat. Dan is de reden van de ingreep ‘disciplinering’, wat soms nodig is en natuurdocenten zelden leuk vinden. Ik sprak… Lees verder »